Het coronavirus; Het virus dat de hele samenleving is ons land, het continent en de hele wereld in zijn greep heeft. Waar het begon bij besmettingen in China en veel Nederlands zoiets hadden van “Het is een griepje” tot meer dan tweeduizend besmettingen en meer dan vijftig doden in ons eigen landje. Het virus is dichtbij gekomen in zo’n ontzettend korte tijd.
Nog nooit zover ik mij kan herinneren heb ik zoiets meegemaakt dat echt iedereen bezighoudt. Zoals ik al zei waren veel Nederlanders aan het begin erg nuchter over het nieuwe Coronavirus, ook wel bekend onder de noemer COVID-19. Ik was zelf ook één van die Nederlanders. Dat was vooral toen het virus zich nog niet in Europa bevond, maar alleen nog ver weg. Maar voor we het wisten, bereikte COVID-19 ons eigen continent. Dat heeft veel mensen aan het denken gezet. Niet alleen in Nederland, maar over de hele wereld. Over het algemeen bleven wij vrij nuchter, maar toen bereikte het virus ons eigen land. Het komt wel heel dichtbij.
Het is donderdag 27 februari. De dag voordat mijn oma 79 kaarsjes mag uitblazen. Morgen ga ik op bezoek bij haar om haar verjaardag te vieren en dat doe ik samen met veel van mijn familieleden. Op het moment dat het nieuws komt dat we de eerste besmetting in Nederland hebben, schrik ik toch wel even een beetje. Het virus heeft ons land bereikt. Los van de vele vragen die iedereen kan krijgen op het moment dat het nieuws naar buiten komt, bereikt de schrik je toch even. Alsof de tijd even stilstaat. Volkomen terecht, of juist niet. Het voelt nu heel raar om te zeggen dat het maar een griepje is. Wat als ik in contact met deze persoon ben geweest? Ik ben tijdens de carnavalsperiode ook in Brabant geweest. Kan ik wel naar mijn oma toe? Het zijn vragen die rondgaan in mijn hoofd terwijl ik in de trein zit richting huis.
Uiteindelijk besluit ik dat er niks aan de hand is. Mijn hoofd heeft even wat lichte paniek gehad, maar dat is nu voorbij. Soms heb je van die momenten en met een actueel onderwerp als het coronavirus denk je onbewust toch even twéé keer na voor je iets doet. Ik besluit dat ik er vrij nuchter in kan blijven. Zo begin ik de dag en eindig ik die ook weer. Ik ben blij dat ik dat besloten heb. Zo kan ik in ieder geval toch met een goed gevoel naar mijn oma toe, doorgaan met hoe ik gewend ben om te leven en mensen blij te kunnen maken onderweg, dat is waar ik blij van word. Wel volg ik dagelijks het nieuws tot op de voet, om tijdig te weten wat er speelt.
Dan komen de maatregelen. We moeten allemaal regelmatig onze handen wassen met zeep, we moeten afstand houden van elkaar, we moeten papieren zakdoekjes gebruiken en in Noord-Brabant worden de eerste evenementen verplaatst of afgezegd. Nou vind ik zelf het advies op dat moment om de handen vaker te wassen en met zeep een beetje vreemd. Dat doen we altijd toch al? Wat is er veranderd? Zijn er echt mensen die na het gebruik maken van het toilet, het niezen in hun handen of andere dingen hun handen niet wassen? Het verbaast me eigenlijk, maar dat ben ik. Maar wanneer het nieuws verder gaat merk je dat het virus steeds sneller om zich heen gaat grijpen. Het aantal besmettingen neemt met een hoog tempo toe, de eerste doden vallen en je begint te merken dat er paniek ontstaat bij steeds meer Nederlanders. Kunnen we ons leven nog wel voortzetten op de manier zoals we dat gewend zijn? Moeten we onze buurlanden volgen met de maatregelen die zij nemen? Het zijn vragen waar steeds meer Nederlanders mee komen te zitten.
Op donderdag 12 maart komt er een belangrijke persconferentie van onze Minister president Mark Rutte. Er worden maatregelen aangekondigd om de verspreiding van het virus te rekken. We zijn inmiddels in een fase beland waarin de controle over het virus verloren raakt. De maatregelen komen binnen bij mij en bij veel van ons. Iedereen krijgt ineens te horen dat we nadat we geen handen meer mochten schudden, nu ook zoveel mogelijk thuis moeten gaan werken. Evenementen met meer dan honderd mensen mogen niet meer plaatsvinden, we moeten meer afstand houden en dat is nog niet eens alles. Nederland raakt in paniek.
Waar ik zelf eerst nog vrij nuchter over het coronavirus dacht, begint het besef nu echt binnen te komen. Nog geen drie weken geleden was het virus niet in ons land. Ik was nog aan het werk, ik maakte gebruik van het openbaar vervoer, ik ging naar mensen toe en niemand kon me tegenhouden. Nu, vandaag de dag schrik ik toch wel even. Het virus gaat harder dan we hadden verwacht. De universiteiten en hoge scholen gaan dicht, mensen werken thuis en er zijn ook mensen die beginnen te hamsteren in onze supermarkten. Bang voor het ergste zoals in andere landen. Het is heel erg om te zien dat er mensen in onze supermarkten ruzie maken om een pak toiletpapier, een pakje bakboter of andere producten als rijst, groenteconserven en houdbare zuivel. Dit is niet zoals we Nederlanders kennen, tenminste niet zoals ik ons land ken. Hoe kan dit toch?
Als ik dan in het weekend over de grote markt loop in Groningen, dan zie ik pas echt hoe mensen gehoor geven aan de oproep van onze minister president om thuis te werken en alleen naar buiten te gaan als het echt nodig is. Normaal gesproken loop ik hier over een plein waar veel mensen zijn, net als in de winkelstraten. Vandaag kan je er met de fiets doorheen zonder dat de kans groot is dat je als fietser stil moet staan. Het is te bizar voor woorden. Waar donderdag iedereen nog gezellig door de winkelstraten liep, staat vandaag het leven ineens stil. En dat is nog niet eens alles. Op zondag volgen er nog meer maatregelen. Alle scholen gaan dicht, net als onze kinderopvang en de eetgelegenheden, coffeeshops en meer.
Loop je op maandag door de straten in Nederland, dan zie je een ongekend beeld. Nog erger dan het afgelopen weekend al was. Op plekken waar normaal veel auto’s komen hoor je ineens de vogels fluiten. Het is bijzonder, zo ongewend dat het voelt alsof ik in een heel ander land ben dan vorige week. Het werk is stil komen te liggen voor velen, ook voor mij en mijn collega’s. Als je dan kijkt naar wat er in een trein stapt, dan snap je waarom. Het is zo rustig, maar ik ben zo blij dat we er met z’n allen voor zorgen dat er zoveel mogelijk openbaar vervoer beschikbaar blijft voor de mensen die het hard nodig hebben, ondanks dat je nu geen kaartje meer kan kopen bij de chauffeur. De chauffeur zit voor een lintje, dat moet raar zijn. Of wat dacht je van een conducteur die in de spits misschien twintig mensen telt in zijn of haar trein? Het zijn echt bizarre tijden. Dit is de tijd waar we doorheen moeten.
Maar wat doe je dan thuis? Het zal een vraag zijn die veel mensen hebben. Hele dagen series streamen op platformen als Netflix of Videoland gaat ook een keer vervelen, althans dat heb ik. Ik begin me daadwerkelijk te vervelen. Ik wil wat doen en ik denk dat ik niet de enige ben. Alles ligt op z’n kop. Ik hoef niet naar werk, ik verveel me thuis en andere mensen willen liever even niet afspreken door alle omstandigheden met dit virus. Dat had ik niet zien aankomen twéé weken geleden toen ik zei dat het maar een griepje was en we het overdreven. Heftig. Maar ook oppassen op mijn oppaskindje, dat zit er nu even niet in. Als je dan hoort dat de vervoerders het openbaar vervoer verder uitdunnen dan schrik ik wel. Ik snap het ook wel, want waarom zou je lege bussen rijden als er al tekorten aan personeel zijn, maar het gaat wel impact hebben. Treinreizigers gaan het ook echt merken. Vanaf aanstaande zaterdag verdwijnen een hoop intercity’s. Reistijden worden langer, sommige kunnen verdubbelen door sprinters en overstaptijden.
Gelukkig hoef je niet helemaal alleen te zijn als je thuis zit. Er zijn veel initiatieven om contact met elkaar te krijgen en één daarvan zijn groepsappen op Whatsapp. Dit klinkt voor sommigen misschien heel vreemd, maar in deze groepen staat iedereen verbonden met elkaar, al helemaal in de tijden waar we nu in zitten. Geen ruzies, vervelende discussies of wat dan ook. Iedereen leeft met elkaar mee, gooit frustraties over het thuiszitten eruit en we lachen met elkaar. Dat doet goed. Voor mij, maar ook voor de vele mensen in de appgroep waar ik inzit. Lessen worden online gegeven, colleges kunnen online gevolgd worden en collega’s houden contact met elkaar. Dat is fijn. Dat voelt goed. Voor mij, maar ook voor iedereen die het moeilijk heeft.
Tot en met in ieder geval maandag 6 april leven we in een heel ander land voor het gevoel van velen. Maar laten we daar met z’n allen de beste tijden voor maken. Ik snap dat dat niet eenvoudig is, het vraagt veel van ons allemaal. We moeten dit samen doen. Wees lief voor elkaar, zorg voor elkaar en laat zien aan elkaar dat we er niet alleen voor staan. We kunnen dit samen aan, niet alleen. Steun elkaar, zet initiatieven op om leuke dingen met elkaar te doen vanuit huis en help een ander indien dat nodig is. Samen zorgen we er voor dat we deze periode met veel ingrepen door kunnen. We gaan er het beste van maken. En alsjeblieft, ga geen boodschappen hamsteren. Dat is nergens voor nodig.
Als laatste wil ik mijn complimenten uitspreken voor alle mensen die 24 uur per dag en 7 dagen per week bezig zijn om ons land draaiende te houden. Al het personeel dat in de zorg werkt, mijn collega’s uit het openbaar vervoer, de mensen in de supermarkten, thuiszorg, politie, brandweer, iedereen die terwijl wij thuis zitten een soort van af te wachten voor ons klaar staan. Al deze mensen verdienen een heel groot compliment. Zonder jullie zijn we niks en komt ons land stil te liggen. Heel erg bedankt allemaal, ik weet niet wat wij zonder jullie moeten.
Nog geen reactie. Ik zou zeggen, plaats er 1.