Met enige frustratie rijd ik over de autoweg richting het ouderlijk huis van mijn moeder. Vandaag ga ik daar voor het eerst heen met de auto. Toch wel even zo’n momentje van waarde zeg maar. De frustratie komt niet van de bestemming maar van de afwijking in mijn snelheidsmeter. Die is hoger dan ik dacht. Wat blijkt? Als ik 110 rijd volgens de meter dan rijd ik werkelijk 97. Dat is aardig wat. Kan ik er wat aan doen? Nee. Dus ik moet me misschien maar niet zo druk maken. Met de heerlijke muziek onderweg rijd ik vrolijk door en weet ik de frustratie weg te werken en om te zetten in positieve vibes.
Na een kleine tien minuten wordt het tijd om de autoweg te verlaten. Keurig netjes voeg ik uit en rem ik langzaam af om op veilige snelheid door de bocht te gaan. Op dat moment zie ik iemand heel dicht op mij af komen in mijn achteruitkijkspiegel. Ik hoopte dat die weer wat afstand zou creëeren, maar nee. Deze automobilist is zo’n typische bumperklever.
Dit soort bumperklevers zijn vaak mensen die haast hebben. Ze zijn om wat voor reden dan ook te laat van het vertrekpunt vertrokken. Ik kijk in mijn spiegel naar het gezicht van deze man. Ik ben iemand die op basis van gezichtsuitdrukking een leuk verhaal bij de actie probeert te bedenken. Maar bij deze man ging dat niet zo snel. Wel merkte ik op dat hij enorm haast heeft, nog dichter op mij gaat rijden en als er iets is wat je bij mij niet moet doen is bumperkleven.
We naderen een verkeerslicht. Nog een kleine vierhonderd meter. Om deze automobilist even een lesje te leren besluit ik om te remmen en daarna m’n auto uit te laten rollen tot aan het rode verkeerslicht. Met succes. Hij schrikt van het langzaam rijden. Daar moet hij zich op aanpassen. Als z’n reactietijd langer was had ik moeten uitwijken naar de rechter rijstrook en had ik een stukje omgereden. Een ongeluk wil ik namelijk voorkomen.
Met een geïrriteerd gezicht lijkt de bestuurder mij in te willen halen na het verkeerslicht. Maar een doorgestrokken streep betekent niet inhalen. Hij besluit het toch te proberen en met succes. Hij rijdt langs mij, kijkt me boos aan. Hij lijkt te schreeuwen. Vervolgens zie ik een middelvinger mijn kant op komen. Ik had niet anders verwacht. Hij voelt zich op z’n tenen getrapt. “Jammer joh”, roep ik nog terug terwijl ik weet dat het geen zin heeft.
Iets na het passeren zie ik een personenauto hetzelfde doen. Nou die hebben blijkbaar nog nooit gehoord van verkeersregels. Op het moment dat ze naast me rijden kijken ze mij aan. Ik kijk hen aan. “Ahh, het is politie in burger”, dacht ik. Dan gaat de bestuurder dus gepakt worden. De politieauto rijdt mij met een harde snelheid voorbij. En ja hoor, een kleine 2 kilometer verderop staat diezelfde automobilist aan de kant. Dat is nou pure karma. Ik hoop dat deze bestuurder zijn lesje geleerd heeft. Hier blijkt ook weer uit: Haastige spoed is zelden goed. Dus moet je met de auto op pad? Vertrek dan niet op het laatste moment. Wanneer je gaat bumperkleven en de bestuurder voor je ineens moet remmen is een ongeluk bijna onvermijdelijk. Denk om de veiligheid van jezelf en die van de andere bestuurders en aanhang op de weg. Elke gewonde of dode in het verkeer is er één teveel. Wanneer het jouw schuld is dat iemand overlijdt loop je levenslang met een schuldgevoel rond.
Nog geen reactie. Ik zou zeggen, plaats er 1.