Sterre kijkt mij aan. We moeten de leskaart echt hebben, anders mag ze niet zwemmen. Ik knik naar Sterre, tik Anna aan en vraag om de huissleutels. Wanneer ik de sleutels heb ga ik zo snel mogelijk terug naar huis in de hoop dat ik de leskaart nog kan vinden. In de tussentijd kan zij er voor zorgen dat Sterre alsnog kan gaan zwemmen omdat haar naam toch ergens bij het zwembad in het systeem moet staan. Al snap ik ook wel dat de regels aardig streng zijn om fraude te voorkomen. Ik race zo hard als ik kan met de fiets terug naar huis. Als ik gehaast ben dan ben ik een beetje onhandig en dan zie ik wel eens iets over het hoofd. Zo lukt het mij nu ook niet om gelijk binnen te komen omdat ik de sleutel van de achterdeur in de voordeur heb gedaan. Daar kom ik pas na 2 minuten achter… Handige ik.
Wanneer ik in huis kom bedenk ik me waar de leskaart kan liggen. Meestal ligt die in het kastje in de gang dus ik trek gelijk die lade open. Helaas, geen leskaart te bekennen. Wat nu? Waar kan die dan liggen? Even probeer ik rustig te ademen en na te denken om niet in paniek te raken. In het kastje die onder de tv staat willen ook nog wel eens wat belangrijke dingen liggen en Sterre heeft ons al vaker in paniek laten zijn omdat ze dan de leskaart daar neergelegd heeft. Wat dat betreft ben ik blij dat ik me dat kan herinneren. Vlug ren ik naar de kast, open ik de lade en ga ik opzoek naar de leskaart. Elk papiertje dat niet is wat ik zoek irriteert me nu. De papieren vliegen in de rondte alsof ik een inbreker ben die iets heel specifieks zoek. Gelukkig ligt de kaart hier. Pfieuwww. Wat een opluchting. Snel raap ik de papieren op en leg het terug in de kast. De deur gaat op slot, de leskaart mee en ik ren naar de fiets.
Met mijn inmiddels beetje rode hoofd van al die snelheid stap ik op de fiets. Harder dan normaal fiets ik naar het zwembad. Inmiddels ben ik al 6 minuten verloren en ik wil niet dat Sterre door mijn fout haar diploma dit jaar niet kan halen. Als ik dan aankom bij het zwembad zie ik dat het proefzwemmen bijna gaat beginnen. Snel zet ik de fiets op slot en ren ik naar de ingang. Helemaal buiten adem laat ik de kaart zien aan de medewerker van het zwembad. “Je heb de kaart gevonden, heel fijn. Sterre is al naar binnen, ga maar gauw”, lacht de medewerker naar me. Daar ben ik dan weer, terug in het zwembad waar ik nog geen 10 minuten geleden ook was. Nu helemaal buiten adem maar dat maakt niet uit. Dit is een lesje dat we er voor moeten zorgen dat alles op een vaste plek ligt en Sterre moet geen dingen verplaatsen om ons te plagen. Maar dat is niet belangrijk.
Als ik aan de kant zit en iedereen zie zwemmen dan weet ik waar het ik het voor doe. De kleine meid die uiterst haar best doet om zo goed mogelijk te zwemmen. Het is een prachtig gezicht. Als ouder, verzorger of wie dan ben je natuurlijk hartstikke trots als je je kind ziet zwemmen. Je kan duidelijk zien wie er nog niet klaar zijn voor het diplomazwemmen volgende maand en wie wel, maar dat maakt helemaal niet uit. Iedereen is trots. Als het doek met een cirkel in het water gaat dan doet me dat denken aan vroeger en aan hoe ik met Sterre geoefend heb. Altijd als ik met Sterre ga zwemmen en we oefenen adem inhouden onder water maken we er een wedstrijd van. Dat heeft haar goed gedaan. Ze zwemt nu bijna tot aan de lijn onder water. Dat heeft ze heel goed gedaan, net als al het andere. Dat wordt goed beloond. Ze mag diplomazwemmen volgende maand. Ik ben ontzettend blij voor der. Ik wist dat ze het kon, en dat gaan we natuurlijk vieren met een lekker ijsje.
De gebruikte afbeelding is van David Mark. De foto heb ik verkregen via Pixabay
Nog geen reactie. Ik zou zeggen, plaats er 1.